De ontwikkeling van een hond verloopt in verschillende fasen, van pup tot volwassen hond. De belangrijkste fasen zijn de neonatale fase (0-2 weken), socialisatiefase (3-12 weken), pre-pubertijd (4-6 maanden), adolescentiefase (6-18 maanden) en volwassenheid. 

Omdat pups pas mogen reizen vanaf 15 maanden slaan we de neonatale en socialisatiefase even over. Dit zijn de fasen waarin de pups contacten leggen met de moederhond en de buitenwereld, leren eten en drinken. Niet onbelangrijk maar al gepasseerd als de hond naar NL reist.

Indien uw hond 4-6 maanden is, we spreken van de Pre-pubertijd,  is het belangrijk om te weten dat de hond de grenzen verkent en hiermee experimenteert. De hond heeft behoefte aan een stabiele (roedel) situatie. De baas zal duidelijk moeten zijn in wat wel en niet mag, leiding moeten nemen. Dit vindt de hond fijn. Het geeft vertrouwen.

In de Adolescentiefase (6-18 maanden) kan een pup onvoorspelbaar of destructief gedrag vertonen. Het gaat een territorium afzetten en zijn ‘bezit’ verdedigen. Het is belangrijk voor de baas om consistent en geduldig te blijven. Aandachtspunt is dat als er jonge kinderen in het huishouden zijn, zij de  hond zijn/haar spullen, slaapplek respecteren, met rust laten. De hond ziet deze kinderen namelijk nog niet als baas/ leidinggevende.

Na 18 maanden spreken we van Volwassenheid. De hond is lichamelijk en geestelijk volwassen maar zal zich blijven ontwikkelen.